Al jaren doet het Pensionaat Henri Jaspar regelmatig beroep op de solidaire webshop van Goods to Give. Zo bestellen ze onder meer schoolgerief met de actie Back to School with a Smile. Aan de vooravond van het nieuwe schooljaar trokken vrijwilliger Anne-Michèle en ikzelf naar Watermaal-Bosvoorde voor een ongedwongen gesprek over de werking van de organisatie en het partnerschap met Goods to Give.

Op een kletsnatte voormiddag begin augustus worden we warm onthaald in deze Brusselse jeugdhulporganisatie die kinderen en jongeren in een moeilijke thuissituatie opvangt. Diezelfde warmte en ongedwongenheid willen algemeen directeur Antonio Frau en administratief directeur Céline Berghenouse ook bieden aan de jongens en meisjes die er verblijven. Al maakt directeur Frau hierbij toch een kanttekening. “In de jeugdhulp is het vertrekpunt altijd dat de plaats van het kind in het gezin is. Daarom dat we zo sterk inzetten op de terugkeer naar huis. Want hoe hard opvoeders in de jeugdhulp ook hun best doen, er is één ding dat we de kinderen niet kunnen bieden: de huiselijkheid van een doorsnee gezin. Uiteraard proberen we een goede vertrouwensband op te bouwen met de kinderen maar anderzijds kijken we er ook op toe dat onze begeleiders geen loze beloftes maken naar hen toe. Bijvoorbeeld als ze de dienst verlaten.”

Onveilige thuissituatie

De voorziening Henri Jaspar biedt residentiële opvang, crisisopvang en opvoedingsondersteuning aan kinderen van 3 tot 18 jaar aan. De organisatie bestaat al meer dan 50 jaar in zijn huidige vorm, maar haar oorsprong gaat terug tot 1892. “Wij zijn erkend door de Federatie Wallonië-Brussel en de kinderen komen bij ons op vraag van de jeugdrechtbank of het ondersteuningscentrum jeugdzorg. In dag- en nachtverblijf bieden wij onderdak aan 45 meisjes en jongens tussen 3 en 18 jaar, verdeeld in drie groepen. Wij vangen geen delinquente jongeren op al zijn er wel die soms iets mispeuteren. Het zijn vooral jongens en meisjes die slachtoffer zijn van misbruik, mishandeling of verwaarlozing in hun thuissituatie. Hun ouders zijn niet meer in staat om hun kinderen goed en veilig op te voeden. De ouders blijven wel zoveel als mogelijk betrokken, bijvoorbeeld bij de schoolkeuze.”

Een tweede afdeling is de crisisopvang die 7 plaatsen omvat. Deze noodopvang is er voor kinderen of jongeren die om dringende redenen tijdelijk niet meer thuis kunnen wonen. “Een reden kan zijn dat de situatie thuis te bedreigend of zo verstoord is, dat het niet meer veilig is voor het kind. Of de ene ouder ligt in het ziekenhuis en de andere zit in de gevangenis, bijvoorbeeld. In dat geval moeten de kinderen in noodopvang worden geplaatst terwijl er een oplossing wordt gezocht. Dat kortverblijf is voor 2 keer 20 dagen maar het wordt dikwijls verlengd want de hele sector kampt met plaatsgebrek.”

Begeleiding aan huis

De derde afdeling is de opvoedingsondersteuning aan huis, een alternatief voor plaatsing van kinderen. “Dit is een tijdelijke – maximaal 2 jaar – pedagogische ondersteuning voor gezinnen met kinderen van 0 tot 18 jaar, dus ook voor pasgeborenen. Via begeleiding aan huis wordt er gewerkt aan de opvoedingsvaardigheden van de ouders en de ontwikkeling van de kinderen. De uitdaging is om ouderschap niet te ondermijnen, wel opnieuw mogelijk te maken. Daarnaast is er oog voor de context waarin het gezin zich bevindt. Door samen met de ouders, kinderen en ondersteunende netwerken zoals scholen, sociaal werkers e.a. op zoek te gaan hoe we daaraan kunnen werken, creëren we nieuwe perspectieven. Alle diensten samen kunnen we tot 100 kinderen ondersteunen.”

Terug naar huis

Of het nu op de korte, middellange of lange termijn is, het opzet is altijd om het kind terug naar een liefdevolle en veilige thuis te begeleiden. “Het kan jaren duren voor een kind naar het gezin terugkeert. Bij de ene gaat het sneller, bij de andere geleidelijk aan doorheen een heel traject. Van een bezoek onder toezicht in onze lokalen, over een bezoek zonder begeleiding naar een uitstapje, een weekend naar huis tot twee weken vakantie. Pas als we zeker weten dat alles goed gaat met de familie, kunnen ze naar huis. In de wetenschap dat er hier altijd een bed is als het toch mocht misgaan.”

Jammer genoeg kan soms de terugkeer naar het gezin om verschillende redenen niet worden gerealiseerd en wordt de plaatsing voortgezet. De mogelijkheid van een kleine studio onder toezicht buiten de instelling wordt momenteel voorbereid. “Zij kunnen vanaf hun 16, 17 jaar terecht in onze vleugel ‘Links and wings’ waar ze een zekere zelfstandigheid genieten. Ze leren er onder andere zelf hun eten bereiden en boodschappen doen onder begeleiding van de opvoedsters.” Als ze er klaar voor zijn, en voordat ze meerderjarig worden, helpt het internaat hen bij het vinden van een kleine zelfstandige studio. Het doel is om ze te helpen op eigen benen te staan. Sommige jongeren zijn niet per se klaar om volledig zelfstandig te zijn als ze meerderjarig zijn. Voor deze follow-up buiten de voorziening kan een uitzonderlijke verlenging tot 2 jaar worden aangevraagd.”

“Het grootste struikelblok bij zelfstandig wonen is leren omgaan met eenzaamheid. Jongeren die bijvoorbeeld al vanaf hun derde in een gemeenschap wonen en op hun 18e op zichzelf moeten gaan wonen, kunnen in een kwetsbare positie terechtkomen en mogelijk gevaar lopen. Het is dus van essentieel belang om hen goed voor te bereiden en hun te leren hoe ze een goed netwerk kunnen opbouwen.”

Gebrek aan personeel

En daar heb je mensen voor nodig. “We werken hier met ruim 50 medewerkers; opvoeders, psychologen, maatschappelijk werkers, maar ook schoonmaakpersoneel en een secretaresse”, verduidelijkt Céline Berghenouse. Het personeelstekort en -verloop in de jeugdzorg is al jaren een nijpend en complex probleem en dat is ook bij deze jeugdvoorziening het geval. “We hebben de grootste moeite om personeel te vinden, vooral omdat het om nacht-, weekend- en avondwerk gaat. De partner moet ook meewillen, zeker als er kinderen zijn. Toch is het een baan die veel te bieden heeft. Al zijn de voordelen vooral van symbolische en persoonlijke aard. De maatschappelijke rol, het gevoel kinderen te helpen is van onschatbare waarde. Tenminste het is wat mij gemotiveerd heeft,” vervolgt de algemeen directeur.

De moeilijke zoektocht naar het juiste personeel is nog niet alles. “Het probleem is niet alleen dat we niet goed betaald worden, maar we worden ook niet enorm gesubsidieerd. Er is veel geld nodig, niet alleen voor de werking van onze organisatie maar ook voor al wat er bijkomt. Voor activiteiten in de vakanties bijvoorbeeld. We betalen voor kampen, maar tegelijkertijd moet je ook het schoolgeld bekostigen. Dat is een van de redenen waarom we uiteindelijk een beroep op Goods to Give moeten doen, nietwaar?” (glimlacht)

Samenenwerking met Goods to Give

Administratief directeur Céline Berghenouse pikt in: Ze plaatst jaarlijks ongeveer 8 bestellingen. “Dat zijn vooral hygiëneproducten: shampoo, douchegel, tandpasta, tandenborstel. Normaliter kopen we het huismerk van Colruyt. Het is leuk voor de kinderen dat ze zich ook eens kunnen verzorgen met merkproducten. Onlangs hebben we ook enkele partijen verf op de kop kunnen tikken om onze lokalen te verfraaien, wat iedereen ten goede komt.” Ze heeft zelfs enkele suggesties van producten waaraan ze in de jeughulporganisatie nood hebben. “In jullie webshop is er wel een groot aanbod luiers voor baby’s maar geen absorberende nachtbroekjes voor grotere kinderen. Moest dat kunnen. Want dat is voor ons een flinke hap uit ons budget. En als ik toch aan het vragen ben: schoonmaakmiddelen om grote ruimtes te kuisen, afwasmiddel enz. Dat wordt niet zo vaak aangeboden.”

Terug naar school

De zomervakantie is hét moment om schoolmateriaal te kopen voor het nieuwe schooljaar. Voor het zelfvertrouwen van een kind is het belangrijk om af en toe te kunnen pronken met een nieuwe schooltas of pennenzak. Het geeft een kind het gevoel erbij te horen en gezien te worden. En dat is bij de kinderen in Pensionaat Henri Jaspar niet anders. Mevrouw Berghenouse is dan ook blij met de Back to Schoolactie van Goods to Give. “Schoolgerief is de laatste jaren fors duurder geworden. Daarom alleen al is jullie actie heel erg welkom. We hebben diverse schoolspullen kunnen kopen: gommen, balpennen, scharen, linialen, rugzakjes, sportshorts, ringmappen en dergelijke. Voor sommige zaken moet je snel zijn want ze zijn zeer gegeerd. De begeleidster verantwoordelijk voor het schoolgerief schikt alles in haar kasten in functie van de behoeften van de verschillende kinderen als een soort van economaat. Zij verdeelt de voorraad in functie van de lijstjes van de scholen en van het kind in kwestie. Het ene kind is al zorgzamer voor zijn schoolspullen dan het andere. Het is vooral belangrijk dat zij dezelfde start kunnen maken als hun klasgenoten. Of ze het leuke spullen vonden? Hoe de kinderen zullen reageren op hun nieuwe schoolgerei kan ik niet voorspellen maar dat zit wel goed. Ik zal ook de begeleidster haar mening vragen”, besluit Céline Berghenouse al lachend.

Share This